De training. Soms een uitlaatklep, moment van leren of heerlijk samenzijn met vrienden. Anderen maken er een sport van af te zeggen. 5 herkenbare smoesjes niet te komen trainen.
1. “Ik ga het toch niet redden”
Je hebt er alles aan gedaan om op tijd in de hal te zijn, maar je ‘gaat het toch niet redden’. Je hebt in je race de training te halen drie versnellingsbakken verbruikt, een gehaktstaaf weggewerkt en je veters alvast gestrikt, maar je komt tóch tijd tekort. “Ik ga het toch niet redden.” Lekker vaag. Appje eruit, PlayStation aan en gaan.
2. Overwerken
Storingsdienst. Op werk. Op vrijdagavond!!1! Met andere woorden: er komt een kratje bier op tafel en om te voorkomen dat je met je zatte harses ook nog op training moet verschijnen stuur je de trainer een appje dat je moet overwerken.
3. Familie uit Almere
Familie uit Almere komt langs. En die zie je nagenoeg nooit. Jij als liefdevolle familieman gaat de hele avond socializen met die ene oom met twaalf hobby’s. Echt wel.
4. Verjaardag
Iemand is jarig. Of jarig geweest. Ooit. De mens verjaart. Je kunt, drie scheidingen verder, het niet maken om je gezicht daar niet even te laten zien. Toch? Blokje kaas en zilveruitje, terwijl je teamgenoten zich een paar kilometer verderop in het zweet werken. (De verjaardag-kaart is in de afdelingsklasse ook in te zetten als het gaat om verre uitwedstrijden. Tipje!)
5. Nog last
Last. Ja, toch? Gewoon nog last. Nog last. Van dingen. Je schouder of knie. Of die ene pees waar de fysio over begon en dat ben jij dan maar gaan googlen, zodat je het goed kan uitspreken. Je hebt gewoon nog last, ja!!1
Foto: Jaap van der Pijll