Thijs Zonneveld schreef er over voor het AD. Marc Lammers sprak zich uit in Metro: het overweldigende succes van Nederlandse sportvrouwen op het internationale toneel ten opzichte van hun mannelijke landgenoten. Het valt ook immers niet te ontkennen. Onze dames winnen ook gewoon meer medailles. Over het ‘hoe’ en ‘waarom’ dit zo is gekomen lopen de meningen en analyses echter sterk uiteen.
Thijs Zonneveld
Zo haalt Thijs Zonneveld terecht aan dat Nederlandse vrouwen zijn opgegroeid in een rijk westers land waar zij relatief meer mogelijkheden hebben om veel aan sport doen dan hun vrouwelijke collega’s elders ter wereld. Toch zegt Zonneveld ook dat het te kortzichtig zou zijn om het verschil in succes alleen op het gebrek aan tegenstand en mogelijkheden af te schuiven. Thijs weet het eigenlijk zelf ook niet, zo zegt hij zelf. Hij vindt vooral dat de ‘macho’ mannen hun mond moeten houden en moeten leren van de vrouwen. Wat de mannen precies moeten leren vertelt Thijs er niet bij.
Marc Lammers
Hockeybondscoach Marc Lammers zoekt de verklaring weer heel ergens anders. Vrouwen zouden minder aan zichzelf denken en meer aan het team. ‘’Vrouwen hebben veel zelfdiscipline, kunnen goed afzien en verleggen grenzen” aldus Lammers. Ook zouden vrouwen bereid zijn om door te trainen tijdens kerst en mannen niet. Op laatst genoemde bewering ga ik overigens verder niet in. Van een bondscoach verwacht je toch een hoger niveau.
Het succes van onze handbalvrouwen zegt eigenlijk maar een ding…
Om heel eerlijk te zijn heb ik nog helemaal niemand kunnen betrappen op het noemen van goede argumenten. Zelfs Thijs Zonneveld slaat, met op het oog logische beweringen, de plank mis. Niet omdat zijn beweringen niet kloppen, maar omdat hij met de verkeerde bril naar de situatie kijkt. Het is misschien ook een te complex verschil, dat per sport verschillende oorzaken heeft. Weten Thijs en Marc bijvoorbeeld van de situatie binnen het handbal? Weten zij in hoeveel landen er serieus vrouwenhandbal beoefend wordt? Weten zij in welke landen de vrouwen elke dag trainen? Waarschijnlijk niet. Het is daarom ook moeilijk te beoordelen waarom, in welke sport dan ook, de vrouwen succesvoller zijn. Het zal namelijk per sport aan andere factoren liggen.
Eigenlijk is het ook helemaal niet interessant. Het is als het vergelijken van appels en peren. Het succes van de handbalvrouwen zegt namelijk vooral één ding: het zegt dat wij het in Nederland beter doen dan de andere landen binnen het vrouwenhandbal. Het zegt niets over wat de mannen slechter doen. Zou het namelijk echt zo zijn dat een Jeffrey Boomhouwer sinds zijn zestiende minder trainingsuren heeft gemaakt dan een Laura van der Heijden? Ik denk het niet. Zou Fabian van Olphen niet op eerste kerstdag willen trainen? Of zou het aan talent liggen? Zou een Luc Steins (20) minder talent hebben dan een Inger Smits (21) en daarom nog niet in de Bundesliga spelen? Het lijkt me stug.
‘Iedereen die aankomende zomer vanuit Nederland naar Rio vertrekt om de Nederlandse eer hoog te houden speelt in het Oranje. Niet in het blauw of roze.’
Zoals u ziet: vergelijken is zinloos. Waar Marc en Thijs blijkbaar mannen en vrouwen zien sporten, zie ik gewoon mensen in een oranje-tenue. Iedereen die aankomende zomer vanuit Nederland naar Rio vertrekt om de Nederlandse eer hoog te houden speelt in het Oranje. Niet in het blauw of roze. Het benoemen van het aantal medailles per geslacht mag natuurlijk en het kan ook best interessant zijn om ons bewust te worden van hoe het Nederlands succes tot stand komt. Echter moet een dergelijke analyse dan wel in de juiste context of met de goede bril op gemaakt worden. Dat laatste mis ik bij Marc en Thijs.
Naar mijn mening zouden we moeten stoppen met hokjes denken. Beweren dat ‘we’ vooral drijven op het succes van ‘onze’ vrouwen is een voorbeeld van dat hokjes denken. Een Nederlandse medaille kan in zekere zin ook nooit een prestatie zijn van een bepaald team of speler/speelster. Een speler/speelster speelt altijd binnen een team, een team altijd binnen een vereniging, een vereniging altijd binnen een sportbond en een sportbond altijd binnen het NOC*NSF.
‘Dat wij als klein land grootse succes boeken komt grotendeels voort uit de unieke verenigingsstructuur die wij in Nederland hebben.’
De verklaring voor het feit dat wij als klein land tijdens de Olympische Spelen van 2012 als 13de zijn geëindigd in de medaillespiegel heeft niks te maken met girlpower of dat onze ‘macho’ mannen niet trainen op 1ste en 2de kerstdag. Dat wij als klein land zoveel sportief succes boeken komt grotendeels voort uit de unieke verenigingsstructuur die wij in Nederland hebben. Een verenigingsstructuur waarin meer dan de helft van de Nederlanders (bijna geheel op vrijwillige basis) meedraait. Een structuur waaraan overigens door meer mannen dan vrouwen een bijdrage wordt geleverd, maar dat terzijde. Waar het om gaat is dat we moeten beseffen dat we allemaal een aandeel hebben in het succes van een ander. Van wie heeft Estavana Polman leren handballen? Grote kans dat de meeste van haar jeugdtrainers mannen waren. Maar misschien ook wel niet. En wat maakt het eigenlijk uit?
Om een lang verhaal kort te maken. Wees trots op de prestaties die wij als Nederlanders neerzetten in plaats van te kijken wat de gevierde persoon in de broek heeft. Geen girlpower. Geen manpower. Maar Oranjepower!
Columnist: Thijs
Foto: Tina Kolthof