De BENE-League. Misschien wel het meest besproken handbalonderwerp tijdens de coronapauze. De grensoverschrijdende competitie werd in 2008 opgezet om het niveau in Nederland en België omhoog te tillen. Een mooi initiatief dat zijn vruchten leek af te werpen, maar na 12 jaar dreigt de boel nu toch uit elkaar te vallen. Een klein reconstructie.
De ellende begon toen Houten liet weten de BENE-Leaguelicentie voor volgend seizoen in te leveren. Kartrekker en financier Dick Jacobs liet weten geen heil te zien in nog een jaar op het hoogste niveau. “De BENE-League heeft ons wat betreft belangstelling van publiek, TV en sponsoren niet gebracht waar we op gehoopt hadden. Om op dit niveau mee te doen heb je echt veel meer faciliteiten en vrijwilligers nodig, die verstand van zaken hebben om dat uit te bouwen. Ze zijn er misschien wel, maar wij wisten ze tot nu toe niet te vinden’’ liet Jacobs weten in een persbericht.
“De BENE-League heeft ons wat betreft belangstelling van publiek, TV en sponsoren niet gebracht waar we op gehoopt hadden”
Sterke eredivisie
Het NHV gaf Houten een sanctie en moest op zoek naar een nieuwe deelnemer, nadat ook eredivisiekampioen Quintus had aangegeven geen gebruik te willen maken van het recht om te promoveren naar de BENE-League. Er werd aangeklopt bij de nummer twee: E&O. Maar waar nog geen jaar geleden een hevige strijd woedde om de laatste zesde BENE-Leagueplek, werd ook door het voormalig handbalbolwerk ‘nee’ gezegd tegen het verzoek van de bond. Voorzitter Ernst Söllner liet tegenover regionale media weten de BENE-League te prijzig te vinden. “Het kost te veel geld en daarnaast zijn wij geen voorstander van de BENE-League met rijke Belgische clubs die alleen maar in Nederland opgeleide spelers wegkopen en zelf niet investeren in het opleiden. Ik speel liever in een sterke eredivisie dan tegen Belgische teams. Daar komt meer publiek op af”, aldus Söllner in Dagblad van het Noorden.
Lucratiever
Rijkere Belgische clubs die de Nederlandse vijver leegvissen, een veel gehoord argument als het gaat om de toekomst van de BENE-League. Het is algemeen bekend dat het voor topspelers in Nederland lucratiever is om over de grens hun kunsten te vertonen. Internationals als Ephrahim Jerry, Evert Kooijman en Robin Schoenaker kozen al voor een Belgisch avontuur. Zij waren niet de enige. In de Belgische competitie spelen op dit moment 38 buitenlanders, waarvan er 20 uit Nederland komen. Voor het Nederlands handbal misschien geen goede ontwikkeling, maar de vraag is of dat veranderd met het stopzetten van de BENE-League.
”Ik speel liever in een sterke eredivisie dan tegen Belgische teams. Daar komt meer publiek op af”
Feit is wel dat het NHV voor een dilemma komt te staan. Zelfs nummer drie uit de eredivisie, BFC, heeft al laten weten niet te willen promoveren. Ook de Beekse vereniging liet weten deelname aan de grensoverschrijdende competitie te duur te vinden.
E&O, Houten en BFC noemen deelname aan de BENE-League allemaal te prijzig. Maar waar zit hem dat in? Het startgeld even hoog als in de eredivisie. Alleen vergoedingen voor scheidsrechters liggen hoger, omdat er bij wedstrijden in Nederland Belgische koppels fluiten. Dan zijn er nog de reiskosten. Daar verschilt het per ploeg hoeveel geld ze kwijt zijn, afhankelijk van de ligging. Voor een Limburgse ploeg als BFC kunnen de reiskosten lager uitvallen dan in de eredivisie, aangezien zij dicht tegen de Belgische grens aan zitten en geen uitwedstrijden naar Almere, Arnhem of Rijswijk meer hebben. Een verschil met een ploeg als Hurry-Up, die vanuit Zwartemeer veel vaker een lange busreis zullen moeten maken.
Sportieve aspect
De discussie over de toekomst van de BENE-League werd door het afhaken van Houten en de drie eredivisieploegen flink aangewakkerd. Tegengeluid was er ook. Lions-aanvoerder Ivo Steins toonde zich uitgesproken en ziet vooral op het sportieve vlak veel voordelen. “De competitie zorgt voor de aansluiting met de buitenlandse clubs. Ik heb teamgenoten vanuit de BENE-League zien vertrekken. Ook voor mij is het een uitkomst, zonder de BENE-League had ik niet op het EK gestaan”, stelt Steins.
Voor BFC-trainer Maurice Canton was sportieve plaatje juist een reden om niet op het verzoek van de bond in te gaan, gaf hij eerlijk toe. “De spelersgroep moet het willen. Als er eentje zegt van niet, dan moet je als club deze stap niet willen maken. Je moet geen vulling worden en elke week afgeschoten worden”, aldus de hoofdtrainer in De Limburger.
Een kwalijke zaak wat Steins betreft. “Het zijn vooral eredivisieploegen die de boot gemist hebben die terug willen naar een versterkte eredivisie. Ik vind dat er vreemde uitspraken gedaan worden. Die clubs willen tegen ons, Volendam, Aalsmeer of Bevo spelen, maar willen niet promoveren naar onze competitie. Wij moeten terug. Als je graag veel wedstrijden wilt winnen moet je in de eredivisie blijven.”
