De mededeling van de overheid dat er vanaf 17 december weer topsport bedreven mag worden is voor de toplaag in de handbalsport als een verrassing gekomen. Het zorgt bij eredivisionisten voor een dubbel gevoel.
Door de beslissing mag de nationale titelstrijd en eredivisie weer van start gaan. Het zorgt na veel voorzichtigheid voor een dubbel gevoel. Ook bij hoofdtrainer van de mannen van Volendam Hans van Dijk: “De besmettingen lopen nog op, ziekenhuizen liggen nog goed vol met coronapatiënten en hele bedrijfstakken zijn dicht en staan op omvallen. Weer gaan handballen in deze periode kan dan eigenlijk niet.”
Aansluiting houden
Van Dijk, die ook zegt dat spelen de passie van velen in de handbalsport is, vervolgt: “De spelers zijn of student of werken ernaast en dan kom je ook weer met veel mensen in aanraking. Persoonlijk zag ik het totaal niet aankomen dat dit nu al zou gebeuren.”
Robin Gielen, de hoofdtrainer van eredivisionist HandbaL Venlo, gaat in op de voordelen van de versoepeling. “Niet alleen corona is een probleem, maar ook sociale isolatie”, zegt hij. “Daarnaast is het voor een topsporter moeilijk om geen doelstellingen, structuur of specifieke fysieke inspanning te hebben.”
Gielen ziet de topsport in Nederland graag aansluiting houden: “We zijn blij dat we weer met contact kunnen trainen. We hebben doorgetraind, maar zonder het maken van contact. Dat is heel anders.”
In de huidige samenleving
De eventuele herstart van de competitie heeft ook Daan Molenbroek, aanvoerder van E&O, aan het denken gezet. Laat hij weten op NPO Radio 1: “Je wilt graag weer op een normale manier je sport beoefenen. Maar met de strenge regels in de huidige samenleving is het moeilijk te bedenken dat we dat over twee weken alweer kunnen doen.”
Molenbroek besluit: “Ik voel me op het veld veilig, maar het gaat om het totale aantal besmettingen. Het is een lastige kwestie. Zeker als je bedenkt dat iedereen in ons team erbij studeert of werkt. Ik hoop dat als we allemaal gevaccineerd worden we weer normaal kunnen handballen.”
Foto: Tina Kolthof
