Voor het nieuwe Handbal Inside Magazine sprak John Volkers met Tom Jansen. De Oranje-international, opgegroeid in Duitsland, is een belangrijke kracht bij Traditionsverein VfL Gummersbach.
Linkshandige schutters zijn in handbal veelgevraagd. Tom Jansen van het roemruchte VfL Gummersbach, uit het Bergisches Land ten oosten van Keulen, is er een. Achter zijn naam staat in de uitgeschreven persstatistieken van het 28th IHF Men’s World Championship 2023 Poland & Sweden met grote letters ‘RB’. Right Back.
Mikkel Hansen
De man aan de rechterkant van de drie koppen tellende opbouwrij, als altijd in het tophandbal voorzien van een linkerarm die de bal grote, zo niet onnoemelijke vaart kan geven. Tom Jansen, in de nationale ploeg op gezette tijden de vervanger van de kwikzilveren Kay Smits, is zo’n linkshandige ‘bandiet’ met een vervaarlijk schot. Hij benadert bij zijn uithalen de topsnelheden van een grootheid als de Deen Mikkel Hansen, een rechtshandige schutter overigens.
“Hansen, ik mocht bij het EK van 2022 door de coronabesmetting van Kay Smits volop tegen hem spelen, kijk maar op mijn Instagram, schiet met een snelheid van 140 kilometer per uur. Waar komt dat vandaan, denk je, als je ziet met welk gemak hij dat doet.”
”Mijn schotsnelheid is voorheen wel gemeten: iets van 128, 129, 130 kilometer. Nu zou ik het niet meer precies weten. Ik ben wel harder gaan gooien de laatste tijd, zeker sinds ik de overstap van Grosswallstadt naar Gummersbach heb gemaakt. Dat is op dit niveau gewoon nodig, zeker ook in de Bundesliga. De keepers worden steeds beter en de blokkering ook steeds sterker.”
Hoog schotpercentage
Jansen, 24 jaar intussen, ontwikkelt zijn arm gestadig, maar forceert niet. “De arm mag niet te dik worden. Want hij moet beweeglijk blijven en het moet zeker zonder pijn zijn. Dat is ook heel belangrijk. Ik ben momenteel wel tevreden over mijn schotarm, maar er mag, op termijn, nog wel een beetje power bij komen.”
Jansen probeert de posities van doelman en blokkerende verdediging te ‘lezen’. “Soms lukt dat niet. Dan blijkt de keepershoek ook de blokhoek en zie ik dat over het hoofd.” Bondscoach Staffan Olsson onderhield hem daarover tijdens wedstrijd één van het WK. De Zweed tegen de Nederlander, na diens misser bij schot één: “Die keeper stond er al, Tom. Zag je dat niet?”
De les had meteen effect. De volgende drie schoten tegen Argentinië waren raak. Zo kwam Jansen, in de rol om Smits wat adempauzes te geven, tot een percentage van 75 procent. Dat is hoog voor een schutter uit de opbouwrij.
Samenwerking met Steins
Vrij hangen, zonder aangeraakt te worden door wild en woest uitstappende verdedigers, dat heeft zijn voorkeur. “Ik ben de schutter van afstand. Kay Smits heeft zijn voorkeur voor een-tegen-een. Ik houd afstand, omdat ik vrij wil schieten. Zonder contact het liefst. Als me dat lukt, dan krijg ik meestal een goed schot. Dan maakt het ook niet uit of ik van negen dan wel zes meter schiet.”
Hij zegt mee te kunnen in het hoge tempo dat het Nederlands handbalteam als standaardwapen hanteert en waarmee het de wereld wel een beetje voor zich heeft ingenomen. “In het begin vond ik het moeilijk te anticiperen op de snelheid die Luc Steins in onze aanval hanteert. Hij zei dat ik ook te vaak naar het midden trok om een wissel te maken. Ik moest meer op de flank blijven. Ik liep het gat dicht. Nu hebben we wel goede afspraken voor de aanval. Ik ben echt supertevreden over onze samenwerking.”
Geboren in Duitsland in Nederlands gezin
Tom Jansen wordt als een halve Duitser beschouwd, maar dat heeft niet met zijn paspoort te maken. Hij is de zoon van twee Nederlanders, Wim Jansen en Anneke Mulder. Vader Wim trok veertig jaar geleden vanuit het Noord-Hollandse Huizen naar Duitsland, om daar het vak van fysiotherapeut uit te oefenen. Nederlandse fysiotherapeuten staan bekend als de beste van Europa. Een transfer was niet gek.
Na twee zussen werd zoon Tom geboren, in Speyer, een stad aan de Rijn. Het gezin woonde in Hassloch. Vader voetbalde. Handbal kwam in het gezin door zijn zussen die regionale toppers waren. Eén zus, Michelle, komt nu uit voor het Belgische Uilenspiegel. “Ik ging mee naar de sporthal als mijn zussen speelden. Ging ik voor en na hun wedstrijd lekker gooien. Ik wilde heel graag met ze mee. Ja, toen ontdekte ik al snel wat een zegen het was dat ik met links gooide. Het is toch de arm waar blokkeerders moeite mee hebben.”
VfL Gummersbach
Bij Gummersbach is Tom Jansen in een illustere club beland. Het is de VfL (Verein für Leibensübungen van 1861) die liefst elf keer de Europa Cup won. Dat was tussen 1967 en 1983. De namen van Hansi Schmidt (kort na het WK overleden), Erhard Wunderlich, Heiner Brand, Andreas Thiel en Stefan Kretzschmar passeren.
We staan even stil bij Joachim Deckarm, de Duitse handballer die in 1979 in een Europese wedstrijd van Gummersbach bij Tatabanya (Hongarije) keihard viel en 131 dagen in coma bleef. Daarna was hij, de wereldkampioen van 1978, tot de rolstoel veroordeeld. Voor hem gaat het stadion nog staan, als hij aan de hand van een van de veteranen de vloer betreedt.
Jansen kent de mannen van naam van de VfL. ”Heiner Brand woont een straatje verderop. Hij heeft nog steeds die enorme snor. Al die beroemde spelers komen nog steeds een biertje drinken na afloop. Dan is het mooie verhalen vertellen.”
Veel snelle
”Ik vind het knap dat de club het voor elkaar krijgt die grootheden uit het verleden erbij te houden. Zij leven nog steeds mee, zijn emotioneel. Maar ze blijven wel op afstand. Zij zien ook wel dat het spel sinds hun grote tijd is veranderd. Dat het veel sneller is geworden.”
Het volledige verhaal met Tom Jansen lezen? Word dan lid van het Handbal Inside Magazine en ontvang editie 24 meteen in huis.
Tekst: John Volkers
Foto: FotoReza