Bij veel (ex-)handbalsters stond het leven de afgelopen tijd in het teken van zwanger zijn en kinderen krijgen. Een aantal voormalig internationals heeft de schoenen inmiddels aan de wilgen gehangen, maar Lois Abbingh, Estavana Polman en Talisa van Bergen en Henegouwen-Groen zijn handballende mama’s. Voor het Handbal Inside Magazine sprak Ingrid Lemmens het drietal.
“Ik ben blij dat er aandacht is voor dit onderwerp,” opent Estavana Polman het gesprek. De handbalster van het Roemeense Rapid București heeft sinds 2017 dochter Jesslynn (5) samen met oud-profvoetballer Rafael van der Vaart. Polman (30) was met haar 24 jaar een jonge topsporter die aan kinderen begon.
“Vroeger wachtte iedereen tot na haar handbalcarrière. Ik ben blij dat het tegenwoordig gewoon kan: tijdens je carrière al een kind krijgen,” zegt Polman. Een zwangerschap is in topsport allang niet meer not done. Er zijn in verschillende sporten genoeg voorbeelden te bedenken van topsportsters die na een zwangerschap en bevalling terugkeerden op topsportniveau.
Super power
Dat wil echter niet zeggen dat het makkelijk is. Het vergt nogal wat planning om tijdens je carrière een kindje te baren, er daarna ook voor te zorgen en te blijven spelen op topniveau. Polman kan daarover meepraten. “Zeker in het begin was het pittig in combinatie met niet slapen. Als je me voordat ik moeder werd had gezegd dat ik met drie uur slaap toch twee keer per dag kon trainen, ammehoela! Dan had ik je echt voor gek verklaard, maar als moeder krijg je een soort super power en lukt het gewoon.”
Die woorden beaamt ook Lois Abbingh (30), die vorig jaar september zoon Lev kreeg samen met haar vriend Joost Lieder. “Voorheen als ik een training om half tien bij de club had, dan kon ik mijn wekker op half negen zetten. Nu begint mijn dag natuurlijk al heel wat eerder en zeker na een nachtje met wat minder slaap is dat soms pittig. Toch heb je altijd een soort van energie alsof je nooit echt moe bent.
“Je bent nu ook veel meer bezig met allerlei dingen. Moeder zijn is fantastisch, maar het is wel echt een heel ander leven dan ik hiervoor had. Dat bedoel ik wel in positieve zin. Na een training verheug ik me erop naar huis te gaan om die kleine te zien. Dat geeft heel veel energie. Tot nu toe vind ik het moederschap goed te combineren met topsport.”
Abbingh traint vooral veel in de ochtend en is om één uur ’s middags klaar met haar handbaldag. “Dat heeft natuurlijk als voordeel dat ik veel tijd met Lev kan doorbrengen.” Polman knikt: “Wij hebben geen baan van negen tot vijf. We zijn wel veel weg voor wedstrijden, maar daarnaast ook veel thuis waardoor we veel tijd kunnen doorbrengen met onze kleintjes.”
Gebroken nachten
Hoe anders is dat voor eredivisiespeelster Talisa van Bergen en Henegouwen-Groen (33). Zij is moeder van twee kinderen, Nora (bijna 3) en Joshua (1,5). Na de geboorte van haar dochter stopte ze met handballen, maar ze keerde in 2020 terug bij VOC, de club waarmee ze in 2017 en 2018 landskampioen werd. Na haar tweede zwangerschap besloot ze opnieuw haar rentree te maken, ditmaal bij promovendus Velo.
Waar Abbingh en Polman zich vol op het handballen kunnen richten, werkt Van Bergen en Henegouwen-Groen naast het handbal vier dagen in de week op de HR-afdeling van een bedrijf in Den Haag. “Ik train twee keer per week met het team, doe voor mezelf tweemaal krachttraining en dan op zaterdag een wedstrijd,” vertelt ze. “Ik zou niet alleen willen moederen, dat is niks voor mij. Het is een kwestie van goed plannen en hulp van mijn man Loek. Hij gunt me mijn topsportcarrière en ondersteunt me waardoor we de zorg voor de kinderen samen delen.”
Wat is het mooiste aan zwanger zijn en kun je een zwangerschap plannen? Hoe vertel je het je coach en hoe kom je weer terug op je oude niveau? Op deze en meer vraagstukken gaan Abbingh, Polman en Van Bergen en Henegouwen-Groen in, in het volledige verhaal in het Handbal Inside Magazine. Lid worden? Klik hier en ontvang editie 24 meteen in huis.
Tekst: Ingrid Lemmens
Foto: Henk Seppen