Met de jetlag achter de rug begint voor de Oranjedames morgenochtend Nederlandse tijd het WK Beach Handball in China. Aan de andere kant van de wereld verwacht bondscoach Peter Portengen een taai toernooi. “We zitten gewoon in een mokerpoule.”
Als één van de eerste teams kwam Nederland zes dagen geleden al aan in speelstad Pingtan. “Ben blij dat we dat gedaan hebben, want het heeft even tijd gekost te acclimatiseren. Het is een enorme reis. Meiden zijn zelfs even ziek geweest van de jetlag. Dat hebben we nu achter ons”, legt bondscoach Peter Portengen uit.
Drie jaar geleden werd de Amsterdammer aangesteld als bondscoach. In 2022 en 2023 volgden respectievelijk brons op het WK en EK-zilver. “Dit wereldkampioenschap tel ik wel tien kanshebbers voor een medaille. Wij zijn daar één van, maar hebben niet gunstig geloot. We zitten gewoon in een mokerpoule.”
Poulefase Oranje:
18 juni, 9:50*, Nederland – Denemarken
19 juni, 4:20, Verenigde Staten – Nederland
19 juni, 11:30, Nederland – Noorwegen
Oranje start morgen tegen outsider Denemarken en treft daarna nog in de groep de Verenigde Staten en Noorwegen. “En daarna kruisen we mogelijk met titelhouder Duitsland, drievoudig wereldkampioen Brazilië en Griekenland dat onlangs ook goud won. We kunnen niet rustig in het toernooi groeien. We moeten meteen aan de bak.”
“Daarom ben ik ook zo blij dat we hier al even rondlopen en hebben kunnen oefenen”, vervolgt Portengen. In Pingstan oefende Nederland al tegen China, de Filipijnen en ook de nationale mannenploeg van China. “Dat kwam zo uit, omdat Argentinië toch niet kon. Heel leerzaam allemaal. De vorige jaren speelden we een zelfde concept met vier speelsters op een rij en weinig vliegers. Dit WK gaan we iets gevarieerder spelen om ook verrassend te blijven.”
Smerig hotel
Aan de andere kant van de wereld kijkt Portengen zijn ogen uit. “Niemand van onze ploeg is hier nog geweest. De mensen zijn ontzettend aardig. Het eerste hotel dat we hadden geboekt was smerig en we zijn de volgende ochtend meteen gaan zoeken naar een ander verblijf. Dat vonden we en alle mensen van het hotel hebben ons zo goed mogelijk geholpen met de kamers en ook het eten.”
“Verder is het huren van een trainingsveld heel erg duur. Zo hebben we tijdens trainingsmomenten eigen doeltjes meegenomen en op het strand gezet”, vervolgt hij. In Pingtan wordt Portengen door Léon Budé geassisteerd. Laatstgenoemde werd een jaar geleden plots gepromoveerd tot bondscoach, omdat Portengen met zijn Belgische club Hubo Handbal de finale om de landstitel haalde.
Drie wijzigingen
“Ik verwacht nog steeds dat wij het land zijn dat de minste vliegers speelt”, vervolgt Portengen over de Nederlandse speelstijl. Sinds twee jaar speelt Oranje een aangepast en snel spel. “Met Meike Kruijer en Anna Buter hebben we twee buitenspeelsters met een uitstekende pirouette. Het zou dom zijn om dat niet optimaal te benutten. Verder zijn aanvallers Josien van den Hoek en Isabel Barnard klein en vlug. Zij komen in een 4-0 aanval heel goed tot hun recht.”
In vergelijking met het EK van vorig jaar zijn drie speelsters nieuw. Dat zijn doelvrouw Tess Jansen en de teruggekeerde Manon Zijlmans en Rianne Mol. Eerstgenoemde keept in de zaal voor de club waar Portengen vanaf het nieuwe seizoen gaat coachen: Kwiek uit Raalte.
Alle kanten op
Aan de voorbereiding van de Oranjedames zal het op het wereldkampioenschap niet liggen. “Het blijft een vreemde sport”, vervolgt de bondscoach. “Je kunt zoals in de zaal echt beter zijn, maar toch een set verliezen. Dan komt het aan op shoot-outs en kan het weer alle kanten op. Details zullen belangrijk zijn en dan speelt geluk ook een rol.”
“We voelen ons inmiddels op ons gemak in China en dat was de opzet”, besluit Portengen. “Het is hier dagelijks rond de dertig graden, maar in de nacht komt regen met bakken uit de lucht. Daardoor zijn de velden soms moeilijk bespeelbaar. Water maakt Beach Handball een heel ander spelletje. Gelukkig zitten er in onze ploeg geen zeurpieten.
Lees ook: Ook WK Beach Handball op Viaplay
Foto: Eelco Schaap
