Niet alleen het gevecht om de punten start aankomend weekend in veel (jeugd)competities, maar ook begint het kibbelen om het juiste nummer. En dat is best logisch, want het cijfer op de rug geeft veel weg.
Eigenlijk wordt het pas vanaf de dubbele cijfers vermakelijk. Of een veldspeler moet erop staan rugnummer één van de keeper te jatten. Waar een doelman met de één op de achterkant van het shirt vooral verklapt dat hij of zij zich op het spel wil focussen, is de rappe hoekspeler met één vaak een ijdeltuit.
De tien uit veel teamtassen is alleen weggelegd voor de zelfbenoemde vedette. Tien wil zonder veel woorden zeggen: als de nood hoog is, geef mij de bal. En als dat voor teamgenoten niet duidelijk genoeg is, gebruikt de nummer tien voor de zekerheid heel veel woorden.
Vanaf twintig en hoger volgt een verhaal. 23 droomt van een carrière als Michael Jordan, 33 komt de kleedkamer binnen met zo’n donkerblauw-oranje petje van Max Verstappen terwijl ook steeds vaker om 79 wordt gevraagd. Estavana Polman zet de plaatselijke drukker aan het werk. 79 is het nieuwe 9.
En wat te denken van 50 (jubileumshirt van de rotsvaste 50-jarige in het derde), 77 (omdat 7 al vergeven was) en 99. Bij die laatste hoop je dat het om het geboortejaar 1999 gaat en als de betreffende speler al grijze haren krijgt zit er misschien wel een bijzonder verhaal achter. Kun je op de tribune lekker lang over filosoferen. Iets met luchtballonnen, misschien.
Met een beetje pech ben je nieuw, is er nog maar één shirt maat L over en is dat nummer 69. Van de voormalige vrijbuiter uit de ploeg. Inmiddels heeft hij een vriendin en is gestopt met spelen én (veel) drinken. Heb jij weer.
Zo’n shirt met een vies verhaal en je mag heel je debuutseizoen gaan uitleggen dat je voorganger het nummer heeft gekozen. Niemand die je gelooft.
Foto: FotoReza