In zijn vrije uurtjes hobbelt redactielid Stijn Steenhuis mee bij tweede divisionist HVC uit Barger-Compascuum. Naast er net iets te enthousiast over kletsen in de podcast Spielmacher tikt hij soms een column over zijn belevenissen.
In de spier van m’n pols. Spierpijn in de spier van mijn pols. Daar had ik na de eerste week van trainen in de zaal het meest last van. Ja, het zijn inderdaad gekke tijden.
Het was voor het laatst in maart dat ik met mijn teamgenoten voet in een hal zette. Daar kwam vorige week verandering in toen de voorbereiding op het nieuwe zaalseizoen startte. Het coronavirus is nog altijd in de wereld, maar er is een manier gevonden om het seizoen te beginnen. Rennend.
Hysterisch potje Dokter Bibber
Spierpijn zorgt ervoor dat je weet dat je leeft. Of dat je midden in de nacht wakker wordt van vervelende kramp in je kuit of zelfs voet. Ik weet niet wat erger is: je laten fotograferen op je bruiloft of kramp in je voet. Op dit moment stem ik voor dat laatste, maar met de training van gisteravond achter de rug kan ik mijzelf moeilijk objectief noemen. Sorry, Ferd.
Voorbereiden op het nieuwe zaalseizoen is zwaar, maar het kan ook voor verbinding zorgen. Samen door het stof en een dag later de verschillende pijntjes doornemen. Een soort hysterisch potje Dokter Bibber. Als een flinke avond stappen en een paar – veel te korte – uren later in koor klagen en krom liggen tegelijk. Maar doorgaans blijft een bezoekje aan de shoarmaboer na een pittige krachttraining uit. Alhoewel ik mogelijkheden zie.
Piepen en kraken
De training beginnen met loopoefeningen valt te behappen. Keepers proberen de kost te ontlopen door te gaan rekken. En lullen. Vooral dat laatste. Nog geen minuut later worden ze weer bij de groep getrokken. Rekken en lullen, dat doet je maar in je eigen tijd. Afsluiten met suicide runs in plaats van ouderwets heerlijk partijtje is psychologische oorlogsvoering van de bovenste plank. Tot tien tellen, de competitie begint over een paar weken.
Piepen, kraken en jammeren. De eerste trainingsmaand is niet altijd leuk, maar – zeker na twee augustusweken aan de Spaanse zee en extra kilootjes – wel effectief. Met spierpijn tot gevolg. Gelukkig mogen we weer in de baan. Inmiddels voel ik de polsspier alleen nog als ik dat zelf wil. Beetje erop drukken en dan pochen met de pijn. Ik moet wel mijn best gedaan hebben. Zolang ik daar maar in blijf geloven.
(Toch wel honger, nu)
Foto: Jaap van der Pijll