Op zijn vrije avond hobbelt redactielid Stijn Steenhuis mee bij tweede divisionist HVC uit Barger-Compascuum. Zo soms tikt hij er een stukje over.
Dat het coronavirus het sportjaar stevig in de weg zit, is inmiddels meer dan duidelijk. Niet alleen kende het vorige seizoen een abrupt eind, ook het huidige jaar mag geen naam hebben en zorgt voor een zeer onbevredigend gevoel.
Het wordt nog een hele klus wanneer de overheid het toelaat de competitie te herstarten én tot een goed en eerlijk eind te brengen. Nu al medelijden met de competitieleiding van het NHV. Maar buiten wedstrijden, punten, vieren, rennen en zweten stelt het coronavirus vooral één thema écht op de proef: vriendschap.
De razende reservedoelman
Lachen in de kleedkamer, een belachelijke lange rit naar een harsloos hol en dobbelen in de kantine tot het – schrik – al na tweeën is. Voor eredivisiespelers betekent de handbalsport dromen van een internationale doorbraak, voor alle liefhebbers daaronder staat de trainingsavond of wedstrijddag vaker in teken van ontspanning dan inspanning.
Het vorige seizoen verloor ik in het tenue van HVC zestien van de achttien duels. De andere twee keer werd het net aan gelijk. Twee puntjes. Of het bij de debutant in de hogere klasse voor gemor zorgde? Nee, geen onvertogen woord. Vooruit, één keertje. De reservedoelman wilde in de spannende slotfase warm huppend achter de bank een invalbeurt forceren, maar werd genegeerd. De ballenkast moest het een aantal tellen bekopen.
De rek eruit?
De herkansing in de tweede divisie werd met beide handen aangegrepen (nul uit twee, wel één keertje heel dichtbij). Vriendschap wint het van presteren.
In januari dacht ik dat de ploeg waarin ik speelde wel eens uit elkaar zou kunnen vallen. Andere levensfasen zouden aanbreken – er worden tegenwoordig huizen gekocht – en na jaren konden de Groningse studenten het uurtje rijden op woensdagavond wel eens beu zijn. Was de rek eruit? Tot mijn blijdschap bleek het geen onderwerp. Meer dan de kern bleef de vereniging en het team na de gevreesde vraag gesteld te hebben trouw. Pak van m’n hart.
Heerlijke jaren samen
Een bonusjaar met de ploeg. Samen schelden, beter worden en luid zijn in een lukrake McDonalds in het midden van het land. Het zit er even niet in. Nog zo’n voorbeeld van dat het coronavirus in de weg zit. Al anderhalve maand op afstand van elkaar. Terwijl het zo heerlijk is op een regenachtige vrijdagavond, na een veel te drukke werkdag, het inhoudsloze gelazer (er is een teamgenoot die het woord ‘hondenkots’ gebruikt als krachtterm) in de kleedkamer aan te horen.”
Vriendschap binnen een sportploeg voor lief nemen? Doe het niet. Het zijn heerlijke jaren samen. Hopelijk in januari weer aan de bak. En dan genieten van een lekker lobje, klassieke anekdote tijdens het praatje na de training (“Weet je nog tijdens het feestje in de kantine…” En dan met twaalf gasten bulderen van het lachen, het lijdend voorwerp aanloeren, terwijl die zich niet wil laten kennen) en hopelijk een zege in de tweede divisie.
Foto: Jasper Steenhuis