
Tom van der Maas, jarenlang een vaste waarde bij eerstedivisievereniging Aristos Amsterdam, uit in een ingezonden column zijn frustratie over de zeven-tegen-zesregel. De linkshandige opbouwer vindt dat de regel het spel geen goed doet.
Ik heb genoten van het recente tweeluik van het Nederlands team tegen de Faeröer Eilanden. Onze mannen hebben gestreden tegen een uitstekende ploeg waar de coach volgens mij echt het maximale uit weet te wringen. Maar hoe meer aanvallen ik onze mannen bijna de volle zestig minuten zag worstelen met één of twee sperren, des te meer begon ik me af te vragen: is die zeven tegen zes niet gewoon fundamenteel oneerlijk?
Laat ik vooropstellen: ik schrijf hier geen stukje als zure verliezer (misschien een beetje). Dit gaat meer over de zeven tegen zes in het algemeen, als een ploeg dit inderdaad de volle zestig minuten gaat doen in plaats van (zoals volgens mij nu gebruikelijk) om een achterstand goed te maken.
Ik heb zelf de hele discussie qua regelgeving gemist, ik handbal gewoon en opeens mocht dat, dikke prima. Ik neem ook aan dat de gedachtegang bij de introductie was: het risico van balverlies en de bijna honderd procent kans op een tegendoelpunt door de lange bal op een leeg doel, weegt niet op tegen het voordeel dat de aanval uit een poppetje extra haalt. Dus mijn oordeel toentertijd: nee, niet oneerlijk.
Enter de Faeröer Eilanden. Ik zie een jonge ploeg waar waarschijnlijk tijdens hun opleidings-/vormingsjaren de zeven-tegen-zesregel al zijn intrede had gedaan. Ze leven die zeven tegen zes, het is de normaalste zaak van de wereld voor ze geworden. Ze hebben dat risico van balverlies en het makkelijke tegendoelpunt zo klein weten te maken dat ze optimaal weten te profiteren van dat overtal (en dan laat ik hun zeven tegen vijf met die twee sperretjes op de 3 nog buiten beschouwing ook).
Ik denk dat we dit de komende jaren meer en meer gaan zien bij ploegen die echte afstandsschutters missen. Of misschien zijn zelfs de echte afstandskanonnen niet eens meer nodig.
Ik dacht nog: hoe zou je dit goed en correct kunnen verdedigen? Offensiever? Dan zijn de ruimtes achter je bij overtal alleen maar groter. Zelfs als je op tijd bij de man aan de bal bent om hem zijn keuze te ontnemen, dan ben je waarschijnlijk te vroeg gestart. De speler daarvoor die hem zou aanspelen ziet je gaan, kiest ervoor niet te passen en speelt zelf het overtal uit, wat ook nog eens makkelijker is omdat jij eruit bent gevlogen als verdediger.
Dus nee, ik heb er niet echt een antwoord op als een ploeg dit zo goed kan en ik denk dat je dit ook bij Oranje terugzag. Als de aanvallende ploeg dat risico van balverlies zo goed kan wegnemen en door de uitstekende uitvoering wordt verdedigen haast onmogelijk, wordt het dan inderdaad niet fundamenteel oneerlijk?
‘Dan moet jouw team ook gewoon zeven tegen zes spelen om niet te worden benadeeld.’ Ik hoor het: als het inderdaad zo’n trend wordt, dan moet je uiteindelijk wel mee. Maar het gaat hier om een heel simpel spelconcept: aanval versus verdediging.
Ik kan geen enkele andere sport bedenken waar de aanval op deze manier een structureel voordeel heeft. In de NBA wordt het aanvallers vaak wat makkelijker gemaakt door heel streng op de dekking te fluiten, maar zelfs daar gooien ze niet steeds iedere keer een extra speler in de aanval.
Op papier ziet het er leuk uit: sneller spel en meer doelpunten, maar hoe is dat voor de verdediger of de coach? Waarom nog proberen te verdedigen als je toch consequent iedere keer achter de feiten aanloopt? Weet je wat? Waarom maken we niet gelijk het doel een halve meter hoger en breder, zelfde resultaat toch?
Overtal als uitkomst van een tijdstraf is een prima beginsel: te hard verdedigd, face the consequences. Mijn punt hier is: mochten we die zeven tegen zes in de toekomst meer en meer gaan tegenkomen en verdedigingen vinden er inderdaad geen antwoord op, misschien zou het dan eens heroverwogen moeten worden.
Tekst: Tom van der Maas
Foto: FotoReza