Martin Vlijm heeft als oefenmeester in eigen land uitstekend geboerd. De goedlachse Amsterdammer werd met Volendam en Bevo landskampioen. In de zomerse podcastshow van Handbal Inside, De Strandbedjesessies, verklapt Vlijm zijn geheim.
“Doordeweeks heb je, je programma getraind. Wat je wilt spelen heb je goed doorgenomen. Wat je voor de wedstrijd vertelt maakt eigenlijk geen donder meer uit.” Martin Vlijm ten voeten uit. “Als doordeweeks, tijdens de trainingen, maar duidelijk is wat we gaan doen. Wat je functie in de wedstrijd is. Als iedereen dat weet maakt vijf à tien minuten voor de wedstrijd niet meer uit.”
Via de opleidingsploeg bij LIONS kreeg Vlijm in 2009 de kans bij Volendam. In het vissersdorp werd hij als oefenmeester gevormd. “Herman Tol vertelde me eens dat ik me niet zo druk moest maken. ‘Wil je dat we zo met tien doelpunten voor staan, coach, dan staan we zo met tien doelpunten voor.’ Zei Herman dan. En vijf minuten en veel goals later later tikte hij me op mijn schouder. ‘Wat zei ik, coach?’ Ik heb geleerd de verantwoordelijkheid bij mijn spelers neer te leggen.”
Koprol
“Daarom heb ik ook een hekel aan spelers die maar wat doen”, lacht Vlijm. Het publiek in de Aristoshal gniffelt. “Je mag van mij een koprol maken, als je denkt dat dat moet. Maar dan zijn de consequenties voor jezelf. Voor de rest geef ik mijn spelers heel veel vrijheid. Hoewel ik wel een dictator ben. Ik luister naar iedereen en geef veel verantwoordelijkheid, maar iedereen moet wel doen wat ik wil. Snap je het een beetje? Je moet een beetje schipperen tussen dictator zijn en de vrijheid geven.”
“Snap je het een beetje?”
Een team vormen is voor Vlijm prioriteit nummer één. “En soms hoort daar flink ruzie maken bij”, laat hij, met een glimlach, vallen. “Dat hoort er ook bij. Met Dario Polman van Bevo kon en kan ik het geweldig vinden. Tegen dat joch kon ik echt alles zeggen. Hij deed alleen maar meer zijn best beter te worden. Hij is een prima spelverdeler geworden.”
Slechts onderdeel
De Amsterdammer wordt giftig van egoïsten. “Je kunt jezelf niet buiten het team stellen. Als jij jezelf belangrijker vindt dan het team, dan hoor je niet in mijn team. Je moet het samen doen. Als je prijzen wilt winnen, misschien dat het me daarom ook wel lukt, als de ploeg zich goed verstaat onderling, dan kun je tot grote hoogtes stijgen. Een trainer is daar slechts een onderdeel van.”
Foto: FotoReza