Bij landskampioen Aalsmeer is de schade na de plotse competitiestop en daarmee missen van de kampioensfase te overzien. Dat zegt voorzitter Mike van der Laarse.
Het huishoudboekje van een topclub als Aalsmeer wordt in de zomer voor de start van het seizoen uitgewerkt. Door de uitbraak van het coronavirus en plotse competitiestop gaat er een belangrijke hap uit het seizoen en begroting. “De Bloemhof zou in de lente vaak vol raken. We missen een hoop entreegeld, maar daarnaast betalen we ook veel minder zaalhuur”, legt Van der Laarse uit.
De voorzitter gaat niet bij de pakken neerzitten. “De sportieve schade is groter dan de financiële”, zegt hij. “Het lege krachthonk is een sneu gezicht. Je krijgt energie van elkaar. Zeker als de prijzen worden verdeeld. Dat mis ik. Het is niet zo dat sponsoren zich terugtrekken.”
Troostprijs
“Daarnaast begroten we eventuele deelname aan de best-of-three om de schaal nooit. Dat zorgt er nu voor dat er geen paniek is”, blijft Van der Laarse optimistisch. De preses van de Noord-Hollanders kan zelfs nog lachen. “We blijven nog een jaartje de landskampioen. Dat is een troostprijs. Daarnaast hadden we de titel van de A-junioren al gevierd en waren ook andere jeugdteams op weg naar het kampioenschap. Dat voelt goed.”
Van der Laarse hoopt dat na de zomer het nieuwe seizoen kan beginnen zonder dat de volksgezondheid in gevaar is. “Het enige voordeel is dat veel jongens bij ons terugkomen van een blessure. Die hoeven nu bijvoorbeeld niet onder het mes. Maar het allerliefst hadden wij bij Aalsmeer willen laten zien waartoe we in staat zijn.”
Lees ook: Uitdaging Aalsmeer op rechterflank
Foto: Jaap van der Pijll
