Na negen jaar Venlo vindt Robin Gielen het genoeg. De afgelopen twee jaar werd achtereenvolgens de landstitel gepakt, de beker gewonnen en de supercup in de wacht gesleept. Volgend seizoen gaat de 47-jarige oefenmeester dichter bij huis in België aan de slag bij Houthalen, in de Belgische eredivisie. Voor het Handbal Inside Magazine sprak Frans Jetten met Gielen.
Na zijn actieve carrière ging de geboren Weertenaar als trainer aan de slag bij Rapiditas in de tweede divisie. “Daar heb ik drie jaar gezeten. In die periode ben ik enkele keren op een soort stage geweest bij Gabrie Rietbroek. Die was destijds trainer bij Bocholt. Op enig moment was Gabrie gestopt. Harold Nüsser, zijn opvolger, werd halverwege het seizoen ontslagen waarna Gabrie werd teruggevraagd. Die was niet voor niets gestopt en heeft mij toen als assistent erbij gevraagd met het doel dat ik het daarna van hem zou overnemen. Zo kon de club bekijken hoe het zou bevallen.”
“Ik kreeg toen een team met een mix van oude en jonge spelers in de Beneluxcompetitie. Ik moest onder anderen de broers Kedziora inpassen en dat gaf bij de oudere spelers nogal wat wrijving. Ik moest daar steeds verantwoording over afleggen bij het bestuur. Toen ook een speler buiten mij om werd ontslagen, heb ik gezegd: zo kan ik niet werken, en ben ik gestopt.”
Geen grote motivator
“Dat traject heeft mij heel erg gevormd als trainer. Wat ik wel en niet wil en hoe standvastig ik moet zijn. Als ik daar nu op terugkijk, had ik misschien dingen anders moeten aanpakken. Wellicht was de klus op dat moment iets te complex. Al heb ik er wel heel veel van geleerd. Ik heb dan ook geen spijt dat ik dat gedaan heb en bij mijn eigen standpunten ben gebleven. Dat heeft me later veel houvast gegeven.”
“Ik ben niet een grote motivator langs de lijn. Ik kan de boel aanjagen, maar als je dat niet oppakt dan kan ik weinig met je. Als ik geen commitment ervaar dan gaat mijn aandacht snel verloren. Er moet intrinsieke motivatie zijn. Af en toe zou ik wel wat meer motivator willen zijn. Bij andere trainers vind ik dat mooi om te zien. Niet dat ik dan geen emotie heb, maar het is niet mijn stijl.”
“Ik wilde nooit dames trainen”
“Na Bocholt ben ik bij de A-jeugd van Bevo begonnen en ben vervolgens met die jongens meegegaan naar heren twee. Met die jonge groep haalden we net de eredivisie niet. Ik wilde daarna toch een stap omhoog zetten en ben vervolgens naar de mannen van Venlo gegaan, die op dat moment in de eredivisie speelden. Met een smalle selectie hebben we ons weten te handhaven en het jaar erna zijn we zelfs vijfde geworden.”
Gielen zag vervolgens regelmatig de talentvolle damesgroep van Venlo in actie en besloot de overstap te maken. “Terwijl ik eigenlijk altijd gezegd heb dat ik nooit dames wilde trainen. Ik ben nogal direct. Als ik iets proef bij een speelster of de groep, dan probeer ik daar zo snel mogelijk de angel uit te krijgen door het direct op tafel te gooien. Ik had het idee dat die aanpak niet geschikt zou zijn voor dames. Bij deze groep klikte het in ieder geval. Ze waardeerden die directheid heel erg en is er altijd een prettige samenwerking geweest.”
De eeuwige strijd met VOC
De afgelopen drie seizoenen is de strijd met VOC de rode draad in zowel de eredivisie als de bekertoernooien. Met wisselend succes. “Ik zeg liever met wisselend resultaat. Als ik kijk hoe snel we de top hebben bestormd, waar toen VOC, SEW, Quintus en VZV toe behoorden, en als je ziet hoe sommige zaken in het vrouwenhandbal zijn opgebouwd, dan vind ik dat we heel goede prestaties hebben geleverd. Alleen het resultaat heeft zich niet altijd vertaald in een prijs.”
“Er moet naar mijn mening structureel iets veranderen in het dameshandbal wil het niet nog verder kapot worden gemaakt. Van speelsters bij VOC, speelsters die graag naar ons zouden toekomen, en van ouders hoor je dat ze vanuit de HandbalAcademie bijna verplicht worden om in Amsterdam te gaan handballen. Er wordt in handballend Nederland wel gezegd dat als je naar de academie gaat, je tas voor Oranje en voor VOC al klaarstaan.”
“Dat je de pareltjes er uitpikt snap ik, maar er wordt zoveel weggehaald dat andere verenigingen eraan ten onder gaan en de verschillen in de eredivisie steeds groter worden. Ik snap niet dat het zolang in stand wordt gehouden. Logisch dat VOC daar blij mee is, alleen is het niet goed voor het handbal. Het is dus niet zozeer een probleem van VOC, maar meer van het NHV.”
Terug naar de mannen
Houthalen, de nieuwe ploeg van Gielen, speelt op het moment van schrijven van dit artikel om het kampioenschap. Desondanks zal de club volgend seizoen niet in de BENE-League spelen. “Die beslissing is al genomen. De club en ik zijn het erover eens dat het nu niet verstandig is om naar de BENE-League te gaan. Als je dat zou halen, dan moet je gaan investeren in spelers van buiten en ga je spelers van de eigen club passeren. Bovendien is het dan de vraag of je je kunt handhaven. Als je er dan meteen weer uitvliegt, gaan alle spelers van buiten weer weg.
“Ik heb wel de ambitie om als trainer nog een stap omhoog te maken. Waar dat is maakt me niet zoveel uit. Wat ik heel belangrijk vind is de uitdaging en de potentie die in de groep zit. Dat moet bij mij passen. Wat dat betreft ben ik een gevoelsmens. Het plaatje moet kloppen, ook rond mijn privésituatie met mijn kinderen. En het moet me energie geven. Als Houthalen niet voorbij was gekomen, had ik net zo gemakkelijk een jaar niks gedaan.”
Dit is een preview uit het magazine. Het volledige verhaal met Gielen lezen? Word dan hier lid en ontvang het laatste magazine meteen thuis.
Tekst: Frans Jetten
Foto: FotoReza