Voor de derde keer in vijf jaar tijd hebben de Oranjedames een finale gehaald. De waanzinnige prestaties worden geleverd door een gouden generatie. Één medaille mist de nationale ploeg nog.
In 2015 maakte de wereld kennis met Nederland. Op het WK in Denemarken behaalde Oranje plots de WK-finale. Noorwegen bleek in de eindstrijd een maatje te groot (23-31).
De zomer erop debuteerde de nationale ploeg op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. In de kwartfinale werd het gastland na een wervelende partij aan de kant gezet (32-23). In het vervolg van het toernooi moest de formatie van Henk Groener, bezig aan zijn laatste kunstje, buigen voor Frankrijk en Noorwegen. Zo eindigde Nederland naast het podium.
Zilver
Op het EK in 2016 greep de nationale ploeg weer een medaille: zilver. Na een zege op Denemarken bij de laatste vier (26-22) werd opnieuw Noorwegen getroffen. Lang had Nederland zicht op goud. Na zestig minuten trokken de Scandinaviërs toch aan het langste eind. Het werd 29-30.
Op het WK in 2017, het tweede eindtoernooi onder Helle Thomsen, kende Oranje met een nederlaag tegen Zuid-Korea en remise tegen Servië een moeilijke start van het wereldkampioenschap. In de halve finale deed Noorwegen Nederland voor de derde keer pijn (23-32). Brons volgde na een knappe overwinning op Zweden (24-21).
Vierde medaille
Ook vorig jaar gingen Polman en consorten aan de haal met een medaille. Bij de laatste vier op het Europees kampioenschap werd Nederland gestuit door latere winnaar Frankrijk. Twee dagen later werd Roemenië geklopt waardoor Oranje de vierde medaille in vier jaar oppikte.
Het land geniet van een gouden generatie. Ook dit jaar. Zonder Nycke Groot flikt de formatie van de nieuwe bondscoach Manu Mayonnade het weer. Onwijs knap. Één medaille mist nog: goud. Zondagmiddag om 12:30 wacht Spanje in de WK-finale.
Foto: Tina Kolthof