De partij van gisteren tegen Montenegro was de vijftigste interland voor Merel Freriks (23) in het tenue van Oranje. In Tokio laat de jubilaris zien flink te zijn gegroeid.
In 2018 nam toenmalig bondscoach Helle Thomsen Freriks, toen twintig, opeens mee naar het EK in Frankrijk. Nadat Yvette Broch besloot te stoppen en Danick Snelder zich met een hernia moest afmelden voor het Europees kampioenschap.
Daar speelde Freriks nog een bijrol. Ook in Kumamoto, waar Nederland goud pakte, viel ze slechts mondjesmaat in. Met één goal uit slechts vier pogingen hield de Drentse lijnspeelster aan het EK in 2020 ook geen goed gevoel over.
Meer ervaring
Op de Spelen bewijst Freriks zich. In haar vijftigste scoorde ze drie uit vier. En dat is nog onder haar gemiddelde. Want Freriks heeft het beste scoringspercentage van heel de nationale ploeg. Ze handelt gezien haar schotvariatie met meer ervaring en overtuiging.
Met een dubbel gevoel heeft Freriks, na een teleurstellende toernooi in Denemarken, de terugkeer van Broch moeten aanzien. Terug bij Metz Handball en Oranje. Stevig op de radar bij coach Manu Mayonnade. Tot een comeback op het Olympische podium kwam het niet voor Broch.
Borussia Dortmund
Freriks grijpt haar kans. Veertien uit zestien, 88 procent van haar hand gaat erin. Daarbij staat Freriks naast Kelly Dulfer, de afgelopen twee seizoenen samen spelend bij kampioen Borussia Dortmund, sterk in het middenblok. In de groepsfase heeft ze laten zien naast positiegenoot Danick Snelder een volwaardige kracht in het Nederlands team te zijn.
Na de Olympische zomer keert Freriks terug in Dortmund waar ze haar aflopende contract heeft verlengd. Maar eerst de kwartfinale tegen Frankrijk. Nummertje 51.
Foto: Tina Kolthof