Skip to main content

Kretzschmar slaat alarm en waarschuwt voor de ‘dood’ van handbal

De belangstelling van het publiek voor het WK blijft beperkt. Vooral als de thuislanden niet spelen blijven de arena’s veelal leeg. In een interview met Sport1 spreekt de Duitse handballegende Stefan Kretzschmar over de afnemende interesse en luidt hij de noodklok.

Advertentie

Het WK in Denemarken, Noorwegen en Kroatië nadert zijn ontknoping met de vier kwartfinales op dinsdag en woensdag. Wat Kretzschmar momenteel ziet bevalt hem allerminst. Voor hem zijn de lege tribunes een zorgwekkend beeld voor de sport.

“Ik wil mijn actieve tijd al speler niet verheerlijken,” zegt de huidig bestuurder van Füchse Berlin. “Bij Europese kampioenschappen in Portugal of Italië waren de hallen ook niet uitverkocht als de thuisploeg niet speelde. Dat was ook zo in Egypte of Kroatië.”

Zorgwekkende ontwikkeling
Dat handbal tegenwoordig op een betere weg zou zitten, noemt Kretzschmar een misvatting. “Vooral Noorwegen en Kroatië stellen teleur als de eigen ploeg niet speelt. Dat is zorgwekkend,” zegt Kretzschmar. “Er is elk jaar dezelfde kritiek wanneer wereld- of Europese kampioenschappen niet in Duitsland plaatsvinden of Duitsland geen mede-gastheer is.”

Advertentie

De Europese en internationale handbalfederaties (EHF en IHF) richten zich bijna volledig op Duitsland als trekker van de komende eindtoernooien. Een zaalbezetting van 94 procent bij het EK van 2024 liet zien waarom. De wereldkampioenschappen in 2027 en 2029, evenals het EK in 2032, vinden plaats in Duitsland. In december van dit jaar is Nederland samen met Duitsland organisator van het vrouwen WK.

“Die ontwikkeling is slecht,” zegt Kretzschmar. “Dat je in 2027 een WK in Duitsland hebt en in 2029 alweer… Het vrouwen WK van 2025 zou ik daar nog los van willen zien. Duitsers kunnen er blij mee zijn, maar ik vind het catastrofaal en niet goed om daar blij mee te zijn, omdat het de internationalisering van onze sport steeds meer in gevaar brengt.”

Investeren in plaats van verdienen
Kretzschmar pleit voor een tweejaarlijks wereldkampioenschap: één om geld te verdienen en één om ontwikkeling te stimuleren. Hij stelt voor om toernooien toe te wijzen aan landen die daarin kunnen investeren. “Bijvoorbeeld naar Afrika, Amerika of Azië gaan. Plekken waar we momenteel totaal niet aanwezig zijn. Daarbij kunnen we denken aan sponsoring om deze toernooien te financieren. De sport moet daar zichtbaar worden.”

“We zijn op een punt aangekomen dat we geen geld moeten verdienen, maar moeten gaan investeren in de sport. Voor zover ik weet heeft de IHF een eigen vermogen van 120 miljoen en ook met de EHF gaat het niet slecht. Dit WK moet de alarmbellen doen rinkelen.”

Geen olympisch zaalhandbal?
De dreiging dat zaalhandbal mogelijk zelfs uit het olympisch programma verdwijnt, maakt het beeld compleet. “Waarom bloeien bepaalde sporten op, zoals golf, Formule 1 of tennis, die eigenlijk al dood waren?”, vraagt Kretzschmar zich hardop af.

“Door hoogwaardige documentaires op Netflix, waarin veel van het privéleven van de sporters wordt getoond. Een kort interview met een speler in een sporthal is niet genoeg. We hebben ook al jaren behoefte aan een kwalitatief hoogwaardig computerspel om fans en clubs met elkaar te verbinden. Niemand zal naar ons toekomen zolang we geen wereldwijde relevantie hebben. Daarom moeten we zelf investeren.”

Foto: FotoReza

Advertentie