In Beek ging DSVD afgelopen weekend met 28-27 ten onder tegen concurrent in de kelder BFC. Geen reden voor paniek volgens hoofdtrainer Jan Majoor (62). Hij ziet in Deurningen een stijgende lijn.
“Tuurlijk baalde ik van het in mijn ogen onterechte verlies. Dan is het ook wel even stil in de bus naar huis, maar later beginnen de meiden weer met elkaar te praten en ben ik alweer bezig met de volgende wedstrijd”, vertelt Majoor.
Met vijf punten uit zeventien wedstrijden is DSVD de hekkensluiter op het hoogste niveau. Majoor is zich bewust van de positie op de ranglijst, maar koestert het proces. “We blijven groeien. Ik heb de overtuiging dat we sterker worden en sommige concurrenten met een minder grote achterban zullen mogelijk verzwakken.”
Uithangbord in de regio
Vanaf april gaat DSVD spelen om handhaving. “Behoud van het plekje van DSVD in de eredivisie is belangrijk, want ik vind dat we een uithangbord in de regio Twente moeten blijven”, vertelt Majoor. “Na de gang naar beneden van Dalfsen, Voorwaarts en ook Borhave heeft het moeilijk, is het waardevol om een positief signaal af te geven. Dan hebben talenten uit de buurt een mikpunt. Dat werkt motiverend.”
In de lente van 2021 kwam Majoor voor de groep in Deurningen te staan. “Toen was er eigenlijk een driedeling in de top van de vereniging. Je had het eerste, meer ervaren speelsters in dames 2 en de jeugd. Die hadden het onderling heel gezellig. Samen met Helma Oude-Voshaar zijn we de verschillende groepen samen gaan brengen. Nu zijn heel veel speelsters aangehaakt en spreken elkaar op een positieve manier aan. Dat is onderdeel van het proces. Iedereen moet haar ei tijdens de warming-up voorafgaand aan de training kwijt kunnen. Ik word blij van veel geklets. Mijn vrouw zegt vaak dat ik met meer energie thuiskom van de training.”
Met ontbijtpakketten door het dorp
Voor de komst van Majoor bij DSVD besloten talenten van de HandbalAcademie de rood-witten de rug toe te keren. Zo sloot Pipy Wolfs aan bij VOC. Blokken op de grond en Majoor is met zijn staf gestart met rapen en bouwen. “Dat gaat met hoge pieken en diepe dalen. Het is een jeugdige ploeg waarbij een oude rot ontbreekt. Die even de bal vasthoudt en de lijnen weer uitzet”, baalt Majoor. Maar dan snel constructief: “Er zit veel potentie in deze groep. Ik zie ons niet degraderen.”
“Een speelster uit het Westen komt niet naar Twente om te handballen. Als je wilt studeren moet je naar Zwolle, Dronten of zelfs Amsterdam. We moeten aantrekkelijk zijn en blijven voor talenten in de regio”, gaat Majoor verder. In Deurningen staat inmiddels een strakke opleiding en organisatie. “Als DSVD een actie organiseert gaan alle meiden met ontbijtpakketten van de hoofdsponsor, een kaasboer, door het dorp. En tijdens verre uitwedstrijden is alles in de bus aanwezig. Niet alleen cake, maar zelfs soesjes. Daar hoef ik niets aan te doen.”
Leuke confrontatie
De laatste plaats in de eredivisie brengt Majoor niet van zijn stuk. “Ik zie heus dat we teveel wedstrijden verliezen en soms simpelweg niet goed spelen. Dat spreek ik ook uit, maar er gaat er maar eentje rechtstreeks naar beneden. Als ik zie hoeveel werk we samen verzet hebben, weet ik zeker dat we er op het juiste moment kunnen staan”, aldus Majoor. “De eredivisie straalt iets uit. Voor jeugd en ook sponsoren. En het voordeel van een dorp: iedereen wil helpen!”
In het weekend komt streekgenoot Kwiek uit Raalte op bezoek in Deurningen. Een leuke confrontatie, volgens Majoor. “Beide teams zetten zich in voor de regio. De ene zaterdag staat een trainer van Kwiek voor de groep bij de Handbalschool Twente en zeven dagen later geef ik de training. We kunnen veel voor elkaar, de regio en ook de handbalsport betekenen. Ik wil verder kijken dan alleen één speelweekend.”
Foto: Jaap van der Pijll
