Voor het nieuwe Handbal Inside Magazine sprak John Volkers met Laura van der Heijden. De stille kracht van Oranje vertelt over de Olympische Spelen, haar belangrijkste doelpunt ooit en van welke trainer ze het meest geleerd heeft.
De tussenstand van haar interlandreeks is 263. Onvoorstelbaar, twee-honderd-en-drieënzestig wedstrijden, in een meestal oranjegekleurd shirt. Laura van der Heijden, sinds deze zomer 33 jaar oud, lijkt onverslijtbaar. Misschien is ze dat ook wel, zo zal de toekomst moeten uitwijzen.
Zijzelf, altijd de bescheidenheid zelve, noemt het ‘geluk’ dat ze vrijwel nooit geblesseerd is (geweest) en daarom niet heeft hoeven afzeggen, zoals generatiegenoot Danick Snelder enkele flinke fasen in haar carrière overkwam. Snelder, de cirkelloper met versleten kniegewricht, is sinds deze zomer definitief gefinisht op het niet onaanzienlijke aantal van 207 interlands.
De belangrijkste goal
Met enig fortuin – en als bondscoach Per Johansson geen grote personele wijziging invoert – zal Laura van der Heijden de grens van driehonderd vermeldingen op het internationale wedstrijdformulier bereiken. Want stoppen, dat woord hoor je geen moment als je haar spreekt vanuit het zonnige Chambray, bij Tours, waar zij tegenwoordig haar geld verdient. “Ik ga door. Zolang ik handbal leuk vind.” En dat vindt ze.
De belangrijkste goal uit haar handballeven was de winnende tegen Rusland, in de halve finale van het WK in Japan (2019), en werd volgens het recept ‘erlangs en afdrukken’ geproduceerd: 33-32. Ze kan zich de goal niet meer precies herinneren. De aangever was Estavana Polman en Van der Heijden gingen ‘tussen een en twee’ door. De Russische doelvrouw voelde de bal langs het rechterbeen glippen.
“Het voelde wel fijn dat-ie erin ging. De aanloop van die treffer kwam met een time-out. Lois Abbingh zei: ‘Lau, jij gaat gewoon naar het doel. Niet aarzelen.’ Dat was de tactiek. Links druk zetten en als het daar niet lukte, dan over de rechterkant, waar ik stond. Zo pakte het uit. Ja, wel de belangrijkste goal uit mijn leven, zou ik willen zeggen.”
Nooit verslappen
Een dikke twaalf maanden voor de Spelen, die van Parijs, wenst Laura van der Heijden niet ver vooruit te kijken. Geen woord van verwachting voor het WK van december in Scandinavië, geen syllabe over een mogelijk OKT begin 2024. “Ik denk nooit zo ver vooruit. Je weet echt niet hoe een seizoen kan verlopen. Als jij begint over dat WK van 2025 in Nederland, dan zeg ik dat er nog veel andere momenten aan voorafgaan.”
“Het eerste is de competitie en vervolgens de Europa Cup met Chambray Touraine. In oktober komen we pas weer met de nationale ploeg bijeen. Dan richten we ons weer op een volgende etappe, het WK dat voor ons begint in het noorden van Denemarken, in Frederikshavn.”
First things first, heet dat in de wereld van de topsport. Leven als een topsporter is slechts mogelijk als de discipline van de hoogste standaard is. Dan gaat het om instelling. Nooit verslappen. Vader Willem van der Heijden vertelde in het boek Van Droom naar Daad (over de nationale handbalploeg, uit 2017) dat zijn dochter ondanks de vele taken als sport en studie er een bezorgbaantje bij had, voor de zaterdagochtend. Zij nam, zonder mankeren, de grootste wijk. De kantjes eraf lopen, het bestaat niet in het leven van deze handbalster die in dat boekwerk werd gepresenteerd als De Stille Kracht.
Bewondering voor haar coaches
Coach of trainer zal Laura van der Heijden niet snel worden. “Koel analyseren, daar ga ik niet heel veel plezier uit halen.” Als ze iets blijft doen in handbal, dan is dat teammanager. “Maar misschien stap ik er helemaal uit. De weekeinden vrij. Niet hetzelfde leventje blijven leiden.”
Bewondering heeft ze wel voor al die coaches die haar zoveel hebben bijgebracht. Op nummer één plaatst zij de coach die haar in 2007 in de nationale ploeg haalde: Sjors Röttger. “Kijk, van iedere coach, bondscoach in dit geval, heb ik iets geleerd. Röttger was de eerste, dat beklijft.”
De combinatie Henk Groener – Peter Portengen krijgt ook een voorkeurstem. “Henk was heel rustig, Peter was uitgesproken. Dat werkte echt heel goed.” Opvolger Helle Thomsen, de fanatieke Deense, was de vrouw van de energie en van het tactische plan. “Die tactische ideeën van haar vond ik het leukst in die periode. O ja, hurtig mydte, de snelle middenuit. Dat is nog steeds onze kwaliteit, de snelle overname na een tegengoal. Niet vergeten, handbal wordt steeds sneller. Onze sport kent veel regelaanpassingen.”
De Fransman die het Nederlands team in 2019 naar de wereldtitel leidde, Manu Mayonnade, prijst zij vanwege diens gave om topspeelsters met ervaring de ruimte te geven. “We hebben naar die titel toegewerkt. Twee keer, in 2015 en 2016, was het een net niet geworden. Terwijl wij als team steeds beter werden. Dat kwam er in Japan uit. Manu wist wat wij konden. Hij liet ons spelen. Hij leunde niet puur op zijn eigen inbreng, maar wij droegen bij, met heel goede tips. Manu was heel erg van de tactiek.”
Per Johansson is de huidige leidsman, bij het ervaren team. Hij moet werken met veel jonge speelsters. Slijtage heeft vat gekregen op de lichting die Nederland zijn wereldfaam gaf. Johansson is een doener, zegt Van der Heijden. “Per is een actieve coach, die de tactische dingen het liefst gelijk traint en oefent, in plaats van er te lang over praten.”
Het volledige verhaal met Laura van der Heijden lezen? Word dan hier lid en ontvang het laatste magazine meteen in huis.
Tekst: John Volkers
Foto: Tina Kolthof