Bondscoach van de Oranjedames Manu Mayonnade heeft in de beslissende fase van het WK bewust gekozen te leunen op zijn geroutineerde speelsters. Dat vertelt de Fransman aan John Volkers in De Volkskrant.
“De jonge speelsters waren belangrijk in de eerste ronde en een deel van de hoofdronde. Zodat de grote spelers, onze sterren, fit aan het slot van het WK konden beginnen”, legt Mayonnade uit in de krant. “Ik heb de youngsters niet uitgelegd of apart genomen waarom ze in die fase van het toernooi niet meer aan bod kwamen. Ze hebben het vanzelf begrepen. Ik wilde met de routiniers spelen.”
Begin dit kalenderjaar werd Mayonnade gepresenteerd als opvolger van Helle Thomsen. In voorbereiding op het WK, door de derde plaats op het EK in 2018 was Nederland reeds geplaatst voor het wereldkampioenschap, speelde de nationale ploeg met gemengd succes een aantal oefenwedstrijden. Langzaam was de hand van Mayonnade bij Oranje te zien.
Democraat
“Ik ben het type dat graag met zijn speelsters discussieert. Ik ben niet van: we gaan dit zo en zo doen. Ik ben liever aardig in de omgang. Zo van: kunnen jullie dit doen? En zijn jullie daarmee akkoord? Nee, waarom dan? Ik ben een democraat. Vergeet niet, met Jessy Kramer, Danick Snelder, Lois Abbingh en Estavana Polman kun je over handbal praten. Die spelen zoveel wedstrijden”, gaat hij verder in de krant.
“Ik leunde in Japan op de ervaring en op onze defensieve kracht”, zegt Mayonnade. “Daarom stonden Jessy Kramer en Danick Snelder opgesteld in het middenblok. Geen twijfel, zij begonnen. Dat was tegen Zuid-Korea zo, toen we een sterk begin nodig hadden. En tegen Rusland en Spanje hebben we het net zo aangepakt.”
Olympische Spelen
Voor Mayonnade was het thuislaten van Lynn Knippenborg de meest lastige keuze. “Lynn was er altijd bij, de voorbije jaren. En nu moest ik haar thuislaten. Straks voor de Olympische Spelen mag ik veertien speelsters op het wedstrijdformulier plaatsen. Twee minder dan bij het WK. Dat is nog moeilijker.”
Foto: Jaap van der Pijll
