Tijdens de Olympische Spelen is er de gehele dag handbal te zien. Voor de liefhebbers een fijn gegeven, voor de spelers zelf betekenen met name de ochtendwedstrijden een flinke verandering van ritme.
De meeste spelers kennen het alleen nog uit de jeugd: wedstrijden die om 9:00 uur ’s ochtends beginnen. In Parijs is het echter weer realiteit en dat betekent voor de meeste handballers dat ze hun dagritme flink moeten wijzigen. Een ongewone uitdaging waar niet iedereen even blij mee is.
De Duitse spelverdeler Juri Knorr liet na afloop van het duel met Japan weten dat de ploeg vroeg was opgestaan. “Om 4:30 ging de wekker en om tien over vijf zijn we gezamenlijk gaan stretchen om het lichaam een beetje te activeren. Ik moet toegeven dat ik het onderweg naar de sporthal wel zwaar had om wakker te blijven.”
Terug naar de jeugd
“Het is een beetje alsof je weer in de C-jeugd speelt en naar een toernooi gaat. Toen vond ik het ook al moeilijk om zo vroeg op te staan en naar de hal te rijden. Maar iedereen heeft er last van, je moet er gewoon mee om kunnen gaan. Het maakt de Spelen ook wel weer bijzonder”, zegt Knorr.
Ook de Oranjedames hebben al een keer aan de vroege aanvangstijd moeten geloven. Tegen Brazilië werd er eenvoudig gewonnen en was er niks te merken van opstartproblemen. Toch is Estavana Polman ook geen fan van de ochtendwedstrijden. “Het is vroeg, heel vroeg. Ik ben ook geen ochtendmens, dus ik ben lekker chagrijnig. Maar als je er eenmaal staat, moet het toch gebeuren. Dan kun je wel zeggen dat het negen uur is, maar daar heeft niemand geen klote aan.’’
Komende zaterdag moet de ploeg van Per Johansson opnieuw vroeg uit de veren. Het beslissende duel om plaats twee in de groep met Hongarije begint om 9:00 uur.
Foto: FotoReza