Door de 30-29 van Lois Abbingh verlieten de speelsters en fans Maaspoort in Den Bosch toch met een glimlach. De nationale ploeg zo’n drie weken voor de start van de Olympische Spelen op rapport.
21 tegendoelpunten
Voor rust kreeg Nederland liefst 21 tegendoelpunten. Daar ga je in Tokio niet mee wegkomen. Veel te makkelijk werden de Oranjedames uit elkaar gespeeld. Een minnetje.
De snelheid van Van Wetering
Vier streepjes werden achter de naam van Bo van Wetering gezet. Geen buitenaards aantal, maar de manier waarop zorgde voor vreugde. Lef in de afronding en Van Wetering in de break-out, sneller dan haar tegenstander, is een wapen.
Rommelpotje in balbezit
Na rust liep Rusland uit naar acht verschil. In balbezit maakte Nederland in die periode een zwakke indruk. In de omschakeling liep een zoekend Oranje te vaak tegen de slimme Russinnen op en ook de eindpass naar de cirkel bleek te doorzichtig. Onvoldoende.
Groot geeft het voorbeeld
Tijdens de inhaalrace kreeg de verdediging meer grip op de invallers bij de tegenpartij. Nycke Groot ging – uitstappend op de stippellijn – voorop in de strijd, Danick Snelder volgde haar voorbeeld.
Karakter brengt hoop
Een plusje voor het slotkwartier. Van acht achter naar één voor. Niet misselijk. Er zit verbetenheid en karakter in de ploeg en dat kan in Japan nog wel eens van pas komen.
Foto: Tina Kolthof
