Net als tijdens de Spelen in Parijs spelen Nederland en Denemarken morgenavond om een halve finaleplaats. Bondscoach Henrik Signell doet op het EK een beroep op de teamspirit van de Oranjevrouwen.
Alleen een zege op Denemarken telt morgenavond om 18:00, want het doelsaldo van de groepsgenoot is beter. Afgelopen zomer zetten de Denen Nederland in de kwartfinale van de Olympische Spelen de voet dwars.
“Ik koester de vijf zeges die we dit EK hebben behaald”, opent Signell het gesprek moedig. “We zijn in de race om het finaleweekend. Dat is een mooie prestatie.”
Duidelijke nederlaag
De Zweed werd in september door de bond aangesteld. Signell vervangt op de bank landgenoot Per Johansson die na Parijs opstapte.
“Veel speelsters hebben tot nu toe een aandeel in het geheel gehad. Dat vind ik belangrijk. Dan accepteer ik de duidelijke nederlaag tegen Noorwegen”, aldus Signell.
Timing en communicatie
De pot tegen de titelhouder viel tegen en ook het derde kwartier van gisteren tegen Zwitserland was zwak. “Ik vind onze dekking over het algemeen solide. Aanvallend moeten we samen blijven werken. Timing en communicatie zijn voor ons belangrijk. Ook planmatig spelen. Dan zijn we krachtig.”
In de zomer was Signell nog in Koreaanse dienst. Op Papendal trof hij een veel meer mondige ploeg. “Helemaal niet erg”, lacht de Zweed. “Uiteindelijk neem ik de beslissing, maar het mag heus het idee van een speelster zijn. Ze moeten zich in teambijeenkomsten vrij voelen zich uit te spreken. Dat heb je nodig in een team.”
Denemarken sterker dan Duitsland
Met een plaats bij de laatste vier op het spel houdt Signell zich bijvoorbeeld vast aan de uitstekende tweede helft tegen de Duitsers. “Ik weet zeker dat we dat niveau weer kunnen halen, maar ook weet ik dat Denemarken verder is dan Duitsland”, waarschuwt de bondscoach van Oranje.
Signell besluit: “We hebben elkaar morgenavond nodig. Iedereen is vermoeid geraakt en om te pieken moeten we elkaar energie geven. Ik ben dan ook blij dat iedereen een rol heeft gehad en klaarstaat om te strijden.”
Foto: Henk Seppen
