Al sinds 2017 draagt VOC de titel kampioen van Nederland en ook dit jaar zijn de Amsterdammers weer goed op weg. Toch lonkt voor jeugdexponent Jessie van de Ruit (19) pas de eerste, grote finale.
Door VZV met 29-32 in ’t Veld te kloppen is VOC met nog drie speelrondes in de kampioenspoule te gaan de favoriet om de best-of-three om de titel te halen. “Dat verwachten we ook van onszelf”, deelt Van de Ruit. Na de zege op de groepsgenoot keken de Amsterdammers op van het verrassende verlies in Kwintsheul van concurrent HandbaL Venlo. “Er werd met verbazing gereageerd. Tegelijkertijd weten we dat het niet uitmaakt wie we op ons pad gaan tegenkomen. We willen winnen.”
Van de Ruit is een kind van de club. De spelmaakster omschrijft VOC als een ambitieuze, maar ook warme club. “Al zouden alle teams om ons heen dat laatste niet snel zeggen”, zegt Van de Ruit. “Tegenstanders hebben het niet altijd op VOC. Soms snap ik dat wel, want we zijn erg fanatiek en hebben ons woordje klaar. Ik houd het bij mijn eigen ervaring. Ik voel me bij VOC thuis.”
Veel kennis binnen de club
Verlies heeft Van de Ruit heel weinig meegemaakt. Daardoor ligt de lat in de hoofdstad ook heel hoog. HandbaL Venlo of toch Quintus? De schaal moet in Amsterdam blijven. “De trainers hameren vooraf in de kleedkamer niet op winst. We moeten niet van alles roepen. Wel is het zo dat bij VOC goede training gegeven wordt, waardoor ik bijvoorbeeld vanaf de B-jeugd al heel veel heb gewonnen. VOC heeft daardoor in eigen land ook een grote naam. Dat schept verwachtingen.”
Volgens Van de Ruit komt het succes VOC niet zo maar aanwaaien. “Er zit veel kennis binnen de club, vind ik. Voor Rachel de Haze heeft Ricardo Clarijs ons veel geleerd. In de jeugd heb ik veel van Natasja Burgers en Lindsay Schrekker geleerd. Op dit moment loopt ook Delaila Amega rond bij VOC. Je kunt stellen dat er veel waarde aan de juiste begeleiding wordt gehecht.”
Toch maakte de middenopbouwer van Jong Oranje de vorige finales om de landstitel vanaf de tribune mee. “Dat wordt wel eens vergeten, omdat ik ook al even rondloop op de HandbalAcademie”, legt Van de Ruit uit. Een schouder- en knieblessure hield haar de voorgaande twee seizoenen aan de kant. “Dit is eigenlijk pas mijn eerste, volle jaar in de eredivisie. Ik voel me fit en heb weer vertrouwen in mijn lichaam. Ik kijk dan ook erg uit naar de grote wedstrijden die komen gaan.”
Molenaar en Amsen
Eerst het klusje in de play-offs klaren en de best-of-three halen. Dat weten ze ondanks de hoge verwachtingen bij VOC maar al te goed. “De focus ligt eerst op de poule. We willen ook goed spel laten zien. Bij de club wissel ik veel af met Kim Molenaar en Zola Amsen. Natuurlijk sta je het liefst altijd in het veld, maar door concurrentie op de verschillende posities gaat het niveau bij VOC ook omhoog.”
De ontknoping van de competitie komt dichterbij. “Of we te verslaan zijn?”, besluit Van de Ruit. “Tuurlijk, dat heeft HandbaL Venlo aan het begin van het seizoen al eens gedaan. Dat is in deze fase van het seizoen natuurlijk niet meer de bedoeling!”
Foto: Jaap van der Pijll
