In het nieuwe Handbal Inside Magazine het indrukwekkende verhaal van GerBen van ’t Hek en Rens Lieman, over een groep jonge handbalsters uit Mostar op weg naar Nederland. Om een toernooi te spelen, denken ze. Het blijkt een gevaarlijke vlucht voor de Joegoslavische oorlog.
Op de tribunes in Wognum vond dit seizoen een kleine maar opmerkelijke reünie plaats toen Westfriesland SEW voor de EHF Cup tegen HRK Grude uit Bosnië-Herzegovina speelde. Aandachtige toeschouwers: de speelsters van het jeugdteam dat dertig jaar geleden uit Mostar voor de oorlog naar Nederland vluchtte. Een reis die een paar weken zou duren, maar nooit eindigde.
SEW dat na moeizame jaren de laatste seizoenen weer aanhaakt bij de Nederlandse top, beleeft begin deze eeuw een sportieve glorietijd met meerdere landstitels. Sterspeelster van die gouden ploeg, Berislava ‘Beka’ Berak ontfermt zich rond het tweeluik tegen Grude als gastvrouw over de tegenstanders uit haar geboorteland. Haar wieg stond in het Bosnische Mostar, en daar zou ook haar toekomst liggen. Tot de Joegoslavische oorlogen begin jaren negentig alles letterlijk overhoophalen.
“Je rent dóór”
In het voorjaar van 1992 werd alles anders. “Je rent dóór.” Tea, een van de ploeggenotes van Beka, hoort de ernst, de angst: de stem van de moeder heeft nog nooit zo streng geklonken. Aan de overkant van de brug ligt het westelijke deel van Mostar. Daar vertrekt over een uur een bus naar Nederland. Tea’s moeder is er alles aan gelegen om haar dochter op díe bus te krijgen, die wacht bij Rondo, de grote rotonde bij het operagebouw.
Net als alle andere bruggen over de rivier Neretva ligt de Carinski-brug sinds enkele weken hevig onder vuur. Haar moeder pakt Tea bij beide schouders. “Straks, als we de hoek om zijn en de brug op lopen, ren je naar de overkant zonder ook maar één keer om te kijken. Zonder ook maar heel even in te houden, wat er ook gebeurt. Heb je dat begrepen? Je rent door.”
Kameraad Joško
Joško Stanić is staatssecretaris Sport van Bosnië en Herzegovina en oprichter, president en hoofdcoach van meisjeshandbalclub Galeb ‘zeemeeuw’ Mostar. Geregeld neemt Stanić zijn pupillen mee op buitenlandse toernooien en trainingskampen, onder voorwaarde dat hun schoolprestaties op orde zijn. Joško, 54 en van Kroatische afkomst, is als een tweede vader voor de meisjes, die opkijken tegen de uit de kluiten gewassen man. ‘Druže Joško’ noemen ze hem: kameraad Joško.
Joško voelt zich geroepen in actie te komen. Hij móét iets doen om ‘zijn meiden’ in veiligheid te brengen. Maar alleen al ongeschonden de stad uit komen lijkt onmogelijk. Al wekenlang schuilen de Mostari onder de grond en elke dag vallen er burgerdoden. Zonder ceremonie worden zij bij nacht haastig in parken en perken begraven, want ook de begraafplaatsen liggen onder vuur.
Kinderen zijn evenmin veilig. Joško kent een jong meisje dat sneuvelde toen ze heel even uit de schuilkelder glipte om thuis haar walkman te halen. Eenmaal in haar slaapkamer sloeg een granaat in. Ze was op slag dood.
Ontsnappen is gekkenwerk
De gehele stad is een slagveld. Uit die smeulende puinhopen met een bus ontsnappen zou gekkenwerk zijn. Toch is dát het plan dat zich in Stanic’ hoofd ontvouwt. Hij zal zijn naar Nederland geëmigreerde jeugdvriend Marinko Ostoijic, coach bij de Blokkerse handbalclub S+K, om een officiële uitnodiging vragen voor het jaarlijkse Pinkstertoernooi. Die uitnodiging kan dan dienen als uit- en doorreisvisum als ze aan de grens staan of blokkades van soldaten moeten passeren. Stanić zal een bus regelen en een chauffeur, en zo veel mogelijk van zijn speelsters en trainers optrommelen. Zo zullen ze Mostar ontvluchten…
Het gehele verhaal De Bus uit Mostar lezen? Je leest onder meer over de gevaarlijke vlucht naar Nederland, hoe de meisjes zich aan elkaar vastklampen in een vreemd land, de opvang in gastgezinnen en hoe de handbalsters uitvliegen naar verschillende clubs in Noord-Holland. Word nu lid van het Handbal Inside Magazine en ontvang de laatste editie meteen thuis.
Tekst: GerBen van ’t Hek & Rens Lieman